pagina 85

Snajper, snajper
Stop je geschiet
Hoor je onze bede niet?
We gaan hout sprokkelen
Tussen het puin
Maar dit jaar niet
Voor het zonnewendevuur
Dat vieren we niet
Zegt de oude Radomir
Heilige heilige Samovar
Wie staat er achter gene spar?
Slaviër of Ottoman?
Dracula of Peter Pan?
Snajper, snajper
Hoor je niet?
Spaar de zingers
Van dit lied.



Carmenita wou contactlenzen.
"Nee, geen contactlenzen, componisten
dragen brillen. Wel zou je je snorretje ook
kunnen blonderen... oei dat was tegen
het zere been." "Pfoe, ik kan daar best tegen.
Jij bent juist eerder op je teentjes getrapt...
Enkidu." Ze wist dat hij gruwde van het
koosnaampje dat ze voor hem had bedacht.
"Ça suffit. We moeten vandaag hard werken.
Net nu het zo goed opschiet. Ik moet over twee
weken in de slag met de producent en over
dat einde ben ik nog helemaal niet tevreden."
Marie hield de wind er goed onder.

pagina 84



Marie had een idee "Als we de zaak nou nog
eens verplaatsten, of misschien beter, terug
naar Oudenaarde (Odenaarde, zei ze) brachten.
We zouden alles kunnen reconstrueren. Ook
het einde waar de inwoners hun kaarsen weer
ontsteken aan de rug van het blote meisje."
Carmenita wilde alleen de grondgedachte
gebruiken en daarvan iets geheel nieuws maken.
"Ik zou het liever in deze tijd zien spelen.
Het verhaal begint met kinderen die hout aan
het sprokkelen zijn voor het zonnewendevuur.
Als we dat zo laten, moeten we ook nog een
kinderkoor organiseren. En waar bestaat dat
gebruik nog? Op welke dag wordt het gevierd?"



Dat kon opgezocht worden. Bij Strauss heette
het in het Beiers: heilinga Veit. Dus Sankt Veit
of Sint Vitus en dat is 15 juni. Maar in Vlaanderen
vierden ze de langste dag, of liever de kortste
nacht op Sint Jan (Johannes de Doper): 24 juni.
"Weet je waar ze zwaar om brandhout verlegen
zitten? In Bosnië." "Maar Henk ... dat is het.
Ik zie het al voor me. Een kapotgeschoten stadje,
kinderen die hout zoeken in het puin, heel bang
voor sluipschutters. Van de burgemeester maken
we de commandant van een strijdgroep. En in die
bende vecht het 14-jarig vriendje van één van de
meisjes ..." Marie begon op dreef te raken.
Henk maakte de tekst voor het openingslied.

pagina 83

Henk en Marie hadden in de keuken gezwegen
in de hoop toch een woordje te kunnen opvangen.
"Maak je niet ongerust, hij neemt het, geloof ik,
niet slecht op en hij is natuurlijk kwader op mij
dan op jou. En op jou Marie, hij denkt zelfs dat
jij er achter zit. Hij wilde me, alleen het idee al,
meenemen naar Zuid-Afrika. Enfin hij ziet maar."
Er waren meer dingen waar Henk zich zorgen om
maakte. Zoals het feit dat hij maar met enkele
honderden gulden op zak was vertrokken zodat
hij nu al twee weken op hun kosten leefde.
Ook weer niet al te grote zorgen. Het scheen
dat Carmenita leefde uit de korf zonder zorg.


Richard Strauss.......Ernst von Wolzogen......Richard Wagner

Strauss en de tekstdichter von Wolzogen hadden
voor 'Feuersnot' de handeling van de sage
'Het gedoofde vuur van Oudenaerde' naar
München verplaatst om de stad een kool te stoven.
Zowel Richard Strauss als zijn grote voorbeeld
Richard Wagner waren door de Beierse stad
niet altijd even vriendelijk behandeld. Dus legt
hij de held Kunrad deze woorden in de mond:
"Sein Wagen kam allzu gewagt euch vor,
Da triebt ihr den Wagner aus dem Tor
Den bösen Feind, den triebt ihr nit aus
Der stellt sich euch immer auf's neu' zum Strauss."

Een fragment uit Feuersnot:

pagina 82



Het 'dopo' van Capriccio klinkt net iets beter
dan het 'e poi' uit de titel van Salieri's opera
van zo'n 150 jaar eerder. Stefan Zweig maakte
Strauss attent op het libretto hiervoor geschreven
door een priester genaamd Casti, maar wilde het
niet voor hem bewerken omdat Strauss onder de
nazi's was blijven doorwerken. De Uraufführung
in 1942 was 'Unter der Schirmherrschaft des
Herrn Reichsministers Dr Joseph Goebbels.'
In 1786 was België nog de Oostenrijkse
Nederlanden en keizer Jozef II had ter ere
van het bezoek van de gouverneurs-generaal
van de Oostenrijkse Nederlanden, een feest
georganiseerd waarbij zowel een stuk van Mozart
als van Salieri werden opgevoerd. Prima la musica
e poi le parole, en van Mozart: der Schauspieldirektor.



Daarna begonnen Carmenita en Marie een heel
gesprek over de film Amadeus, die Henk niet gezien
had. Hij kon pas weer inhaken toen ze het hadden
over de oorzaak van het gerucht van de vergiftiging
van Mozart door Salieri en Henk het woord: Poesjkin
opving. Zo kon hij het gesprek op Onegin brengen.
Dat hij ooit met een vriend en een vriendin van
school wat had willen schrijven en dat hij ...
Toen opeens de telefoon ging en Carmenita
met handgebaren hen naar de keuken stuurde.
Met haar lippen vormde ze de zin: Boet aan de lijn.