pagina 96



"Naar Dodewaard? Maar ik heb niet zoveel tegen
kernenergie. Sellafield... maar ga eens naar Weurt.
Tussen vuilverbrander en kolenvergasser."
"Nee niet daarom Henk, we gaan naar Dodona,
Delos en Lemnos. Dodewaard, Deelen en Lemmer."
"Met de auto?" wilde Manon weten.
"Ja, ik kan de Volvo van m'n moeder lenen."
"Viel Griekenland dan ongeveer samen met
Nederland? Ik bedoel het vermeende Griekenland."
"Je bedoelt Achaea. Nee. Bijvoorbeeld in Frankrijk
was de Argos, waar ze nu nog Argot spreken.
Het meest verraste me toch wel dat Knossos,
Oslo bleek te zijn." "Hè jammer, ik had al gehoopt
dat het hier was. Carnaval ... Knotsenburg ..."
"En waar zou Egypte liggen? Raad eens?"
"België?" waagde Carmenita.
"Nee bijna. Het departement Seine-Maritieme.
Dieppe is dan Thebe. Ik wil dat alles gaan bezoeken.
Ik ben nog meer reizen aan het plannen."



Carmenita dacht aan verre streken. "Dan ging
de Odyssee vast naar Zuid-Amerika?" "Weer bijna
goed. Midden-Amerika, namelijk Saba en Cuba."
Henk dacht aan heel dichtbij. "Zou de stuwwal
hier, die toch loopt van de Sint Jansberg tot
de Duivelsberg, ook niet een gebied met veel
heiligdommen zijn geweest? En verderop over
de grens in het Reichswald heb je bijvoorbeeld
nog een plaats die de Himmelsleiter heet.
Die dingen kunnen we op de fiets gaan bekijken."


Sint Jansberg


Duivelsberg


Reichswald

pagina 95



Manon was zowel thuis als van school
weggelopen en ging af en toe naar de
drop-out school Eigenwijs. "Die namen
zeggen me helemaal niets. Wie is nou
die Kirke of hoe heet ze ook al weer?"
"Sommige zeggen: Circe. De gevreesde godin,
met de vele toverdranken. Uit de Odyssee."
"Uit de wat? Een heks dus, een tovenares.
Circe klinkt al meer naar Zierikzee, vind ik.
Gebruikte ze ook al paddo's? Vast wel ..."
"Nou je het zegt. Ik ben wel allerlei kruiden
tegengekomen maar geen paddenstoelen,
geloof ik, moet ik straks eens nakijken."
"Kom zo mee naar de steenfabriek. Kunnen
we er een paar uitproberen." "Is het goed als
ik André en Lili ook vraag?" "Voor mijn part.
Heet jij echt Femios?" "Nee, Henk."



Ik ben een puntig kaalkopje
Pluk mij en eet mij op
Dan zal ik jou vertonen
De wereld op z'n kop

My secret charme is
They can't figure me out
My secret wish is
Big secret power
I reckon inna
RRaggamuffinstyledubbbbb

(I Man On)

pagina 94



Ik zeg onze volksschrijver na:
Ja, jongens en meisjes,
zoals jullie allemaal hadden kunnen weten,
ligt Troje helemaal niet in Turkije.
Nee, alle knuffelkonijnen en
geheim gemartelde jongens
weten heel goed waar Troje gelegen was.
In het perfide Albion. In de Gog Magog heuvelen.
Jullie zullen zeggen: is dat niet uit de bijbel?
Ja, bij Ezekiël en ook uit de Apocalyps.
Maar in de zestiende eeuw stonden de heuvels
van Ditton Woods ten zuiden van Cambridge
nog bekend als Gog Magog.



Niet gedacht he?
De stem,
van ome Gerard,
óók nog te zullen horen,
ook nog te zullen hóren.
(en die van ome Fons)



Ja, beste lezers,
U zult het misschien
niet meer gewend zijn,
zo aangesproken te worden.
Wat wil nu het geval?
Eendje Kwak en de Knobbelzwaan
almede de broers Eekhoorn en Konijn
hadden gedacht dat
de Tijd wel Rijp zou zijn
om de Waarheid te onthullen dat
de klassieke, of beter de pré-klassieke verhalen,
zich in plaats van rond de Middellandse Zee
in het Keltische, of beter het pré-Keltische
Europa van de Atlantische kust afspelen.

pagina 93



Manon was een tijdje geleden naar Zeeland geweest
om paddo's te plukken. "Bij Grave of de provincie?"
"De provincie. Ergens in de buurt van Zierikzee."
Iens belangstelling was opgeveerd. "Nou, dat is
toevallig zeg. Laat ik nou net een boek aan het
lezen zijn, van Iman Wilkens, waarin hij beweert
dat Schouwen het eiland van Kirke, Aiaia zou zijn.
Zierikzee en de talloze 'kerke' uitgangen moeten
daar nog aan herinneren. Hij heeft ook de vraag
opgelost waar Erembië ligt. "In de Peel zeker?"
"Nee Henk, dat is Pylos. Erembië is Eramecourt
in noord-Frankrijk, Picardië. Ja, ik ben er helemaal
ingedoken. Ben nu bezig met een aan aantal boeken
waar hij zich op baseert." "En Ithaka dan?" "Cadiz in
Spanje." "Is geen eiland, Ien." "In de bronstijd wel."