pagina 105

"Goede morgen. Recherche Nijmegen.
Brigadier Rottenberg ... collega Vreeman.
Mogen we even binnenkomen? Fijn."
"Toch niet weer over m'n ouders hè?"
"Jawel, inderdaad ... hier is een bevel
tot huiszoeking ... dus als we even ..."
"Maar ..." "U heeft onlangs een verbouwing
uitgevoerd, betreffende de badkamer? Ja?"
"Nou en?" "Zo meteen zal de firma Slopex,
wiens assistentie wij hebben ingeroepen
met behulp van drilapparatuur de nodige ..."
"Jullie denken toch niet dat ... " "Daar
zal je ze al hebben." "Maar dat is waanzin!"



Tuit, tuit
Linkeroor fluit
Suizend geluid in je slakkenhuis
Vooruit
Men praat over jou
Vooruit
Fluit, fluit
Rechteroor suist
Konkelgefoes en roddelgeluid
Kijk uit
Men praat over jou
Kijk uit
Uit spuit
Bocht gaat uit
Olifant blaast het verhaaltje uit
Echt uit
Ja uitgespuid
Echt uit.

pagina 104

"Enerzijds heeft het water de mens
al eeuwen lang gefascineerd, van de
andere kant is het een onontbeerlijk
element van menige nachtmerrie ..."
Terwijl Henk een appelcarré at bij de
koffie, naar de radio luisterde en wat in
de krant bladerde, viel zijn oog op een
foto van een man die de kleerhanger
in zijn colbert had laten zitten, toen hij
het aantrok. Het onderschrift vermelde
de naam Andreotti. Grrr, weg de krant
en de radio kon ook wel uit. Daar kwam
de buurvrouw aan. Of hij die uil niet
uit de boom kon schieten.



"Walter had toch een buks waarmee hij
's zomers spreeuwen uit de kersenboom
schoot?" "Nee, dat doe ik niet. Die gaat
vanzelf wel weer weg. Ik heb toen ik nog
klein was eens in het wilde weg in de
kersenboom geschoten en meende
dat er een spreeuw uit viel, maar ben
niet gaan kijken. 's Avonds trapte ik er
bijna op toen ik met pa coloradokevers
zocht in het aardappelveldje. Die plette
je onder je schoenzolen. Ik had een hele
hap uit het achterste gedeelte van de kop
geschoten. Maar ik ga niet op uilen schieten."

pagina 103

"En laten we nu eens veronderstellen dat hij
er uit zag als Greg Norman, maar Theo heette.
Zou dat niet geklonken hebben als: Teo, Tiu,
Dio, Dieu, Ju(-piter), Zeus. Tia, Jah, enzovoorts?
En zou zo'n man niet vreselijk aantrekkelijk zijn
geweest voor de vrouwen en dochters van
plaatselijke machthebbers? Leto van Delos.
Maia van Arkadië. Alkmene en Io van Argos.
Semele van Thebe. Aigina van Oinone. Danae
van koning Akrisos. Europa van koning Agenor
van Foenicië, Leda van koning Tyndaros van
Sparta, moeder van de schone Helena."



"Van vader Kronos had Theo het bovenrijk
geërfd. Maar hij was sterker gebleken dan
zijn broers Hades en Poseidon. Zo was het
rijk weer onder één vorst verenigd, zelfs
sterk uitgebreid naar het zuiden en oosten.
Misschien was hij, vergezeld van druïden,
ver naar het oosten geweest. Had Abraham
hem gezien onder de terebinten van Mamre.
Of waren tenminste verhalen over opperkoning
Theo in Mesopotamië doorgedrongen."
Twee docenten wilden Iens werkstukken liever
niet meer beoordelen. Maar ze verzamelde wel
genoeg studiepunten om verder te kunnen gaan.

pagina 102

Nog één keer kwam hij Carmenita tegen.
In het Renpaard was Henk aan het biljarten
met Manon, toen zij met André binnen kwam.
Dat was allemaal nog tot daar aan toe geweest,
ware het niet dat zij zijn lievelings T-shirt aan
had. Dat Henk nog afgetroggeld had van Marie.
Een groen handbal-truitje met in witte letters erop:
St Gobain Tergnier. Hij legde zijn keu op het
biljard, liep op haar toe, nam het shirt bij de hals
en scheurde het tot aan de zoom open. "Zo!"
André had hij daarna ook niet meer gezien.
Misschien waren ze beiden naar Brussel.



Manon vertelde dat Ien helemaal doorgedraaid
was. "Ze heeft ontdekt dat de goden mensen
waren. Ze had het over een Theo en over een
golfer, Norman of zo." "Ja, Greg Norman."
Later had Henk er Ien zelf naar gevraagd.
"Probeer je voor te stellen. Een vorst maakt
een rondgang door zijn rijk. Daar verschijnen
rijk uitgedoste noorderlingen. Jonge blonde
goden, oorspronkelijk uit Gotland stammend,
maar door de klimaatsveranderingen gedwongen
hun zetel steeds verder naar het zuiden te
verplaatsen. Van Kreta naar Delos, uiteindelijk
naar de Olympos, de Mont Blanc. En de winters
brengen ze door in Ethiopië, zoals Africa toen
heette, in Marokko, Kythera de stad van Hera."


pagina 101



Al twee nachten had Henk niet zo goed
geslapen. In een boom achter de schuur
zat een uil die blafte als een dwergpincher.
In ontbijt had hij niet zo'n zin. Dan ging hij
maar eens bij opa Pot op de koffie. Kon hij
hem wat dingen vragen om Ien wat meer
weerwerk te kunnen bieden. Ien was namelijk
een beetje aan het doordraven. Ze ging nu al
verder dan die Wilkens en beweerde Knossos III
gelokaliseerd te hebben. Namelijk La Coruña in
Spaans Galicië. Maar ze was ook bij opa geweest.
"Ja, ze zag een soort verbinding tussen Truro in
Cornwall en de Etrusken en wilde weten over het
begin van de ijzertijd, Elba en het Tolfa gebergte.



Nou zijn er drie legenden over de afkomst van
de Etrusken: het waren Lydiërs, Pelasgen of
van Lemnos. Er zijn wel degelijk aanwijzingen
voor een noordelijke invloed. De opkomst van
lijkverbranding. Urnenvelden, die voornamelijk
aan de kust gevonden worden. De positie van de
vrouw. Maar bovenal was ze geïnteresseerd in de
verhalen over hoe de helden van de Trojaanse
oorlog in Italië steden stichtten. Aeneas natuurlijk,
maar ook Antenor, Diomedes en Philoctetes."
"O, die van de stinkende slangenbeetwond."
"Dus jij hebt Sophocles of Ovidius wel gelezen?"
"Nee, maar ik heb een neus voor smeuïge details."


Philoctetes