pagina 19

Uitgeput belandden moeder Martha en dochter
Ien op de terugweg in Lenzkirch bij Titisee.
Campingplatz 'Bauernhof' of zoiets.
Schnitzel Jägersoße en grote pullen bier.
Veel pullen bier gedronken met mensen uit Lith.
Het was gaan regenen en al laat geworden.
En ze waren te zeer aangeschoten om nog
een tent op te kunnen zetten. Maar gelukkig
werden ze uitgenodigd om te blijven slapen.
Door de boer van een huis verderop,
die zo mogelijk nog zatter was dan zijzelf.
"Dat kon niet alleen zijn klompvoet zijn, toch?"
Links en rechts Hermann ondersteunend,
wankelden zij gedrieën door de nacht.



"Margo, je zoon is verliefd tot over zijn oren.
Bij het overstappen op het station van Chiasso
in Zwitserland heeft hij zijn koffer laten staan.
Hij denkt alleen nog maar aan Bea. Is het niet
Paul?" "Ze heet Eva." "Ze komt toch uit Este.
Denk aan Dante." En tegen Mo: "Een dochter
van de Robecchi Briquetti's, waar we de laatste
week logeerden. Hij werd goed in de gaten
gehouden door de vele broers, zelfs de jongere."
"Die steeds met hun handen in die zwembroekjes
van hen zitten." Eén keer hadden ze kunnen
ontsnappen. Ze waren met z'n tweeën naar
Rosolina Mare aan de Adria geweest.
En hadden daar calamari fritti gegeten
uit een vettige puntzak, hmmm.