pagina 75

Het was zo stil thuis en ook op straat
en Henk wist niet hoe lang hij al uit het raam
stond te kijken of waar hij naar had gestaard.
Maar de zon was inmiddels ondergegaan
en nu stond parmantig daar Venus te stralen
boven de wiegende prilgroene leilindebladeren
tegen de donkerblauwe lucht waarin andere
planeten of sterren ontbraken, ook de maan.
Slechts de stoeptegels weerkaatsten
de zwak oranje gloed van straatlantaarns.
De rechterhand in de linkerelleboog gehaakt
terwijl de linkerhand zich bevond achter
de biceps van de ook gebogen rechterarm.



Hij werd uit zijn overpeinzingen opgeschrikt
door de telefoon. "Met Henk." "Samrink?...
Ananasstraat?" "Ja eh..." "U spreekt met
agent van Geest van de rijkspolitie.
Walter en Mirjam Samrink, zijn dat uw ouders?"
"Eh ja..." "Zij hebben hedenmiddag een ongeluk
gehad met de auto... ergens bij Grave."
"Bij Grave...?" Zo verbouwereerd was hij dat
hij vergat om... "Nee, maakt u zich niet ongerust.
Ze zijn zo goed als ongedeerd, maar voor
röntgenopnamen naar het Radboud ziekenhuis
gebracht voor alle zekerheid, maar de auto is
total loss." "Ja bedankt, ik ben al onderweg."


View Larger Map