pagina 80

"In de logeerkamer huist Marie al een paar dagen.
Dus waarom kom je vannacht niet bij mij slapen?
Of wil je per sé op de sofa slapen, nee toch?"
"Nou ik dacht eerst dat jullie misschien wel
bij elkaar sliepen ... maar nu je het vraagt ..."
"Marie wacht nog op haar Kokoschka, Mahler,
Gropius of Werfel en houdt ondertussen een
soort Zemlinsky aan het lijntje. Of zeggen je
die namen niets?" "Alleen Mahler ken ik."
"Ik vergelijk haar met Alma Mahler, toen nog
Schindler geheten, die haar jonge muziekleraar
Alexander von Zemlinsky alles toestond, behalve
zoals ze dat noemt: tot het uiterste te gaan.
Om dat te bewaren voor iemand die
vermoedelijk meer naam zal gaan maken."


Alexander von Zemlinsky .............Alma Schindler

"De vergelijking is trouwens van Marie zelf.
We kwamen er op door het verhaal van Feuersnot.
Ook daar wordt een minnaar aan het lijntje gehouden,
maar dan niet alleen figuurlijk. Aan een touw in een
mand waarin ene Diemut hem 's nachts omhoog
zou hijsen blijft Kunrad halverwege bungelen.
Maar genoeg over anderen. Laat ons het over..."
"Laat ons ... naar de slaapkamer gaan."
"Dit is nog het bed waar mijn ouders in sliepen."
"Ik ... eh, heb eigenlijk ook nog nooit ...
eh, ben ook nog nooit tot het uiterste gegaan."
Dat zou er die nacht ook niet van komen.
Wel leerde ze hem haar te vingeren en
kwam hij al klaar toen ze zijn ontblote eikel
tussen haar best wel grote borsten kneedde.


Die Windsbraut - Oskar Kokoschka