pagina 67

Eén nacht was Henk nog blijven logeren
in Heist-op-den-Berg. In het grote huis
met het rieten dak en de achtertuin die
helemaal doorliep tot aan de Grote Nete.
Op de bromfiets over de jaagpaden langs
de Kempische kanalen reed hij naar huis.
(Wat etend en drinkend in Postel, Gerwen
en Keldonk bij sluis 5 in de Zuid Willemsvaart.)
Want Carmenita had weliswaar gevraagd:
"Ach Boet, breng Henk toch even?"
Maar Henk had het zelf afgewimpeld.
Er scheen een februari-zonnetje bij aankomst
in Nijmegen. Het was stil, geen hondengeblaf
aan de poort, die bovendien op slot was.
De buren, waar de sleutel wel zou zijn, wisten
slechts dat zijn ouders naar Scandinavië of
Schotland waren. Ze waren het daar nog niet
over eens geweest op de ochtend van hun
vertrek, zo'n anderhalve week geleden.



In het begin had Henk gedacht lekker rustig
aan zijn film te kunnen gaan werken.
Maar het lege huis was op zijn zenuwen gaan
werken. Hij had geen benul van monteren en
ook ontbrak hem de apparatuur. Degene die
hem kon helpen, Erdal, was in de States en
dat toelatingsexamen was eind maart al.
Hij was naar 't Renpaard geweest, maar Ien
woonde al een tijdje niet meer daarboven.
Hij zou het wel aan haar moeder vragen.
Deze maand moest hij toch nog naar de tandarts.
En zou Paul nog in die woonwagen wonen?
Eerst maar eens naar de familie Pot.