pagina 44

Daarentegen had Henk een
(wat hij toch beschouwde als)
lofdicht op zichzelf gemaakt.
Flierefluitende straatslijper
Losbollige flapdrol
Dromerige rinkelrooier
Pierewaaiende zwierbol
Baliekluivende tafelschuimer
Uitvretende hansworst
Luchtfietsende slaapkop
Harkerige stoethaspel
Dagdievende kloris
Slampampende lanterfanter
Lapzwanzende lichtmis
Slabakkende luiwammes
Leeglopende fantast
Nietsnuttige non-valeur

Op de tweede dag van het eindexamen
was Henk één van de eerste getuigen
van een auto-ongeluk op de Graafseweg.
De veroorzaker van het ongeluk
vroeg Henks jas om onder het hoofd
van het slachtoffer te leggen.
Zo miste hij een half uur van het
scheikunde-examen, toch al z'n zwakste vak.
Maar op de een of andere manier werkte
de schok nog na in zijn voordeel.
Het werd de enige acht tussen veel
zessen en een vijf op zijn eindlijst.
Bij biologie had hij een soort black-out.
Osmose, turgor en semi-permeabel wandje
waren die dag niet aan hem besteed.